TY - BOOK
T1 - Eindrapport van de meetcampagne met een ROBIN 3D flex Vogelradar
AU - Everaert, Joris
AU - Lodder, Michiel
AU - van Lieburg, Thonie
PY - 2016/2
Y1 - 2016/2
N2 - In de periode 9 november tot en met 30 november 2015 is er een meetcampagne uitgevoerd om de inzetbaarheid van vogelradar in een druk bebouwde omgeving zoals de Antwerpse haven aan te tonen. Deze meetcampagne is uitgevoerd met een mobiel radarsysteem van Robin Radar Systems BV. Het onderzoek is samen met INBO uitgevoerd.
In het onderzoek dienden drie vragen beantwoord te worden:
1. Heeft de radar goede dekking over het gehele interessegebied (westoever van de Schelde)
2. Heeft de radar goede dekking voor specifieke vraagstukken (de Kuifeend, noordelijke container terminal, migratie)
3. kloppen de resultaten van het radar met datgene dat visueel wordt waargenomen.
Om deze vragen te kunnen beantwoorden is allereerst gezocht naar de meest geschikte locatie . Hiertoe zijn vijf locaties kort onderzocht en is uiteindelijk één locatie geselecteerd. Omdat de andere locaties allen aanzienlijk slechter beeld gaven is besloten om de volle drie weken vanaf dit punt te blijven meten. In de eerste week is vooral focus gelegd op de globale dekking, in de tweede week wat meer op de specifieke gebieden. In de tweede week is ook aangevangen met de visuele waarnemingen, daarbij zijn met name waarnemingen gedaan over lijnen. Die zijn allen real time opgeslagen in de database. De derde week is gebruikt om de metingen verder uit te breiden en om ook vleugelslagen van vogels te meten. Dit laatste refereert overigens niet aan de onderzoeksvragen, maar kan interessante informatie geven over de toekomstig classificatie mogelijkheden. De weersomstandigheden gedurende de metingen waren slecht. Het was warm voor de tijd van het jaar en het heeft veel geregend, met daarbij flinke wind. Echt herfstweer.
Terugkomend op de onderzoeksvragen kan allereerst geconcludeerd worden dat de dekking over het gehele interesse gebied goed is voor vogels die op hoogte vliegen (>90 meter). Ook vogels tussen de 30 en 90 meter zijn goed te zien, maar in gebieden met veel (en hoge) bebouwing is de detectie van vogels verstoord. Laag vliegende vogels (<30 meter) zijn alleen te zien op specifieke plekken, waar de radar goede “line of sight” heeft. Voor specifieke vraagstukken blijkt de radar boven de containerterminal wel vogels kan zien, maar dat deze eigenlijk beter/langer ingeregeld moet worden. Voor de Kuifeend geldt dat de hoge vogels goed te zien waren, maar dat lager niets te zien is omdat de lokale berg het zicht belemmert. Er was veel vogeltrek in de meetperiode. Zowel lokale als hoge migratie is goed waargenomen, waarbij middels mooie lange tracks waargenomen werd in welke richting werd gevlogen en waar zich corridors bevinden. Uit de visuele waarnemingen is gebleken dat de match tussen de radar en de visuele waarnemingen op hoogtes boven de 30 meter generiek goed is. Onder de 30 meter variëren de resultaten sterk per meetpunt. Voorts is ook gebleken dat met name grote vogels en groepen vogels goed detecteerbaar zijn.
Radar is een bruikbaar gereedschap, zelfs in een complexe omgeving als een haven. Daarbij is het wel aan te bevelen om de radar op verschillende plaatsen in het onderzoeksgebied te plaatsen zodat de resultaten voor specifieke gebieden verbeterd kunnen worden. Ook moet de tijd genomen worden om het systeem af te stellen (fine-tunen) op het onderzoeksgebied. Daarmee kunnen de resultaten en de interpretatie daarvan nog verbeterd worden. De vleugelslagmeting verdient nog nader onderzoek, maar dat valt buiten de scope van dit onderzoek.
AB - In de periode 9 november tot en met 30 november 2015 is er een meetcampagne uitgevoerd om de inzetbaarheid van vogelradar in een druk bebouwde omgeving zoals de Antwerpse haven aan te tonen. Deze meetcampagne is uitgevoerd met een mobiel radarsysteem van Robin Radar Systems BV. Het onderzoek is samen met INBO uitgevoerd.
In het onderzoek dienden drie vragen beantwoord te worden:
1. Heeft de radar goede dekking over het gehele interessegebied (westoever van de Schelde)
2. Heeft de radar goede dekking voor specifieke vraagstukken (de Kuifeend, noordelijke container terminal, migratie)
3. kloppen de resultaten van het radar met datgene dat visueel wordt waargenomen.
Om deze vragen te kunnen beantwoorden is allereerst gezocht naar de meest geschikte locatie . Hiertoe zijn vijf locaties kort onderzocht en is uiteindelijk één locatie geselecteerd. Omdat de andere locaties allen aanzienlijk slechter beeld gaven is besloten om de volle drie weken vanaf dit punt te blijven meten. In de eerste week is vooral focus gelegd op de globale dekking, in de tweede week wat meer op de specifieke gebieden. In de tweede week is ook aangevangen met de visuele waarnemingen, daarbij zijn met name waarnemingen gedaan over lijnen. Die zijn allen real time opgeslagen in de database. De derde week is gebruikt om de metingen verder uit te breiden en om ook vleugelslagen van vogels te meten. Dit laatste refereert overigens niet aan de onderzoeksvragen, maar kan interessante informatie geven over de toekomstig classificatie mogelijkheden. De weersomstandigheden gedurende de metingen waren slecht. Het was warm voor de tijd van het jaar en het heeft veel geregend, met daarbij flinke wind. Echt herfstweer.
Terugkomend op de onderzoeksvragen kan allereerst geconcludeerd worden dat de dekking over het gehele interesse gebied goed is voor vogels die op hoogte vliegen (>90 meter). Ook vogels tussen de 30 en 90 meter zijn goed te zien, maar in gebieden met veel (en hoge) bebouwing is de detectie van vogels verstoord. Laag vliegende vogels (<30 meter) zijn alleen te zien op specifieke plekken, waar de radar goede “line of sight” heeft. Voor specifieke vraagstukken blijkt de radar boven de containerterminal wel vogels kan zien, maar dat deze eigenlijk beter/langer ingeregeld moet worden. Voor de Kuifeend geldt dat de hoge vogels goed te zien waren, maar dat lager niets te zien is omdat de lokale berg het zicht belemmert. Er was veel vogeltrek in de meetperiode. Zowel lokale als hoge migratie is goed waargenomen, waarbij middels mooie lange tracks waargenomen werd in welke richting werd gevlogen en waar zich corridors bevinden. Uit de visuele waarnemingen is gebleken dat de match tussen de radar en de visuele waarnemingen op hoogtes boven de 30 meter generiek goed is. Onder de 30 meter variëren de resultaten sterk per meetpunt. Voorts is ook gebleken dat met name grote vogels en groepen vogels goed detecteerbaar zijn.
Radar is een bruikbaar gereedschap, zelfs in een complexe omgeving als een haven. Daarbij is het wel aan te bevelen om de radar op verschillende plaatsen in het onderzoeksgebied te plaatsen zodat de resultaten voor specifieke gebieden verbeterd kunnen worden. Ook moet de tijd genomen worden om het systeem af te stellen (fine-tunen) op het onderzoeksgebied. Daarmee kunnen de resultaten en de interpretatie daarvan nog verbeterd worden. De vleugelslagmeting verdient nog nader onderzoek, maar dat valt buiten de scope van dit onderzoek.
M3 - Rapport niet door INBO uitgegeven
BT - Eindrapport van de meetcampagne met een ROBIN 3D flex Vogelradar
ER -