TY - BOOK
T1 - Visbestandopnames op het Boudewijnkanaal (2006)
AU - Van Thuyne, Gerlinde
AU - Breine, Jan
PY - 2007
Y1 - 2007
N2 - Op 11 en 13 september hebben we vijf locaties op het Boudewijnkanaal (Tabel 1, kaart) bemonsterd (Tabel 2). Het kanaal verbindt de haven van Zeebrugge met de haven van Brugge en bevat tussen de 60 en 90% zeewater. Daarom visten we niet met elektriciteit maar gebruikten we fuiken (twee op elke locatie voor een periode van twee dagen) en kieuwnetten (Tabel 2). Tabel 3 geeft de waarden van enkele parameters. Tabel 4 geeft een overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties. In tabel 5 zijn de morfometrische specificaties weergegeven. De effectieve vangsten per soort en locatie staan in tabel 6. In tabel 7 staan de totale vangsten voor elke soort.In totaal vingen we 12 soorten: baars, paling, bot, dunlipharder, griet, haring, koornaarvis, steenbolk, tong, wijting, zeebaars en zwarte grondel. Paling en zeebaars werden op elke locatie gevangen. Qua aantallen werd het meest zeebaars en dan paling gevangen. Qua biomassa domineert paling. Per locatie werd er gemiddeld 5.2 soorten gevangen. Met de fuiken vingen we het minst in de haven van Zeebrugge en het meest in Brugge. In 1994-1995 werd een zeer uitvoerige campagne uitgevoerd op het kanaal waarbij 26 soorten werden gevangen. Paling, bot, harder, steenbolk en zwarte grondel waren de dominante soorten. Nu hebben we grotere aantallen paling , zeebaars en koornaarvis gevangen. Wanneer we de resultaten van 2006 met deze van vorige campagne vergelijken (zelfde methodes en periode van afvissing) dan stellen we vast dat de visstand niet veel veranderd is. Een waardeoordeel voor de ecologische kwaliteit kunnen we niet geven daar er nog geen index voor dat type water is ontwikkeld. Maar we kunnen wel stellen dat de vangstresultaten variëren tussen kleine en zeer goede vangsten.
AB - Op 11 en 13 september hebben we vijf locaties op het Boudewijnkanaal (Tabel 1, kaart) bemonsterd (Tabel 2). Het kanaal verbindt de haven van Zeebrugge met de haven van Brugge en bevat tussen de 60 en 90% zeewater. Daarom visten we niet met elektriciteit maar gebruikten we fuiken (twee op elke locatie voor een periode van twee dagen) en kieuwnetten (Tabel 2). Tabel 3 geeft de waarden van enkele parameters. Tabel 4 geeft een overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties. In tabel 5 zijn de morfometrische specificaties weergegeven. De effectieve vangsten per soort en locatie staan in tabel 6. In tabel 7 staan de totale vangsten voor elke soort.In totaal vingen we 12 soorten: baars, paling, bot, dunlipharder, griet, haring, koornaarvis, steenbolk, tong, wijting, zeebaars en zwarte grondel. Paling en zeebaars werden op elke locatie gevangen. Qua aantallen werd het meest zeebaars en dan paling gevangen. Qua biomassa domineert paling. Per locatie werd er gemiddeld 5.2 soorten gevangen. Met de fuiken vingen we het minst in de haven van Zeebrugge en het meest in Brugge. In 1994-1995 werd een zeer uitvoerige campagne uitgevoerd op het kanaal waarbij 26 soorten werden gevangen. Paling, bot, harder, steenbolk en zwarte grondel waren de dominante soorten. Nu hebben we grotere aantallen paling , zeebaars en koornaarvis gevangen. Wanneer we de resultaten van 2006 met deze van vorige campagne vergelijken (zelfde methodes en periode van afvissing) dan stellen we vast dat de visstand niet veel veranderd is. Een waardeoordeel voor de ecologische kwaliteit kunnen we niet geven daar er nog geen index voor dat type water is ontwikkeld. Maar we kunnen wel stellen dat de vangstresultaten variëren tussen kleine en zeer goede vangsten.
M3 - Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
T3 - Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
BT - Visbestandopnames op het Boudewijnkanaal (2006)
PB - Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
ER -