Code Goede Praktijk voor voedertonnen (EVINBO)

Het in de winter bijvoederen van kleinwild (patrijs en fazant) met behulp van voedertonnen is ook in Vlaanderen een vaak toegepaste beheermaatregel. De jachtsector doet dit voor het verhogen van de winteroverleving en de voorjaarsstand. Naast de bejaagbare doelsoorten consumeren ook andere soorten het voorziene voedsel. Dit kunnen zowel soorten zijn waarvan de instandhouding onder druk staat zoals akkervogels, maar ook niet-doelsoorten zoals bruine rat. Naast de voordelen die voedertonnen bieden, kunnen ze daardoor ook potentiële nadelen met zich meebrengen. Hoe voedertonnen beheerd worden, zou een belangrijke impact hebben op deze voor- en nadelen.

INBO heeft kennis over het goed beheren van voedertonnen opgedaan tijdens het INTERREG PARTRIDGE-project. In dit nieuwe onderzoek in opdracht van ANB wil INBO in samenwerking met de jachtsector deze kennis uitgebreider onderzoeken in Vlaanderen. Naast het genereren van nieuwe wetenschappelijke inzichten, onderzoeken we in dit project ook de haalbaarheid en de toepasbaarheid van richtlijnen voor een goede praktijk voor het gebruik van voedertonnen.