Onlangs toonde een groot aantal studies aan dat de biodiversiteit en biomassa van insecten verontrustend snel achteruitgaan. Deze trend heeft geleid tot grote zorgen bij ecologen, natuurbeheerders, beleidsmakers en het grote publiek. Het voortbestaan van geleedpotigen kan alleen gewaarborgd worden als ze in staat zijn om zich aan te passen aan de verwachte klimaatveranderingen, bijvoorbeeld door het verdragen van nieuwe warmtevoorwaarden of genetische aanpassingen. Een alternatief is het volgen van hun warmte-niche over een breedte- of hoogtegradiënt.
Maar het kan best zijn dat zelfs zeer beweeglijke soorten hier niet in zullen slagen, omdat de connectiviteit tussen populaties ook bepaald wordt door factoren zoals levensgeschiedenis, verspreiding en omgevingscontext.
Het doel van dit project is een kwantitatief inzicht te krijgen van de mogelijke grenzen voor geleedpotigen om de huidige snelheid van klimaatsverandering bij te houden. Daarnaast zullen we nagaan hoe het landschap nu verplaatsing van soorten, en dus mogelijke ruimtelijke veranderingen in biodiversiteitspatronen, makkelijker maakt of beperkt. Deze inzichten zullen we bereiken via modellen (gebruik makend van de “virtual species approach”), en met moderne tracking-methodes. Uiteindelijk zullen deze methodes toegepast worden op Natura2000-netwerken om hun robuustheid voor de connectiviteit van geleedpotigen na te gaan.