TY - BOOK
T1 - Invasieve uitheemse planten langsheen bevaarbare waterlopen in West- en Oost-Vlaanderen
T2 - inschatting van het voorkomen en een afwegingskader voor beheer + kaarten
AU - Van de Meutter, Frank
AU - Vanderhaeghe, Floris
AU - Raman, Maud
AU - Van Kerckvoorde, Andy
PY - 2012
Y1 - 2012
N2 - Uitheemse invasieve planten vormen wereldwijd een toenemend probleem. Deze planten
kunnen onder andere nadeel berokkenen aan de lokale biodiversiteit, economie,
volksgezondheid en verkeersveiligheid, waardoor zij in toenemende mate bestreden worden.
Vooraleer er tot bestrijding kan worden overgegaan is er eerst kennis nodig over de
verspreiding van uitheemse invasieve soorten, de wenselijkheid van hun bestrijding en
bestrijdingstechnieken.
In afspraak met Waterwegen en Zeekanaal nv (W&Z) afdeling Bovenschelde voerde INBO
een verkennende screening uit van uitheemse invasieve plantensoorten langsheen de
bevaarbare waterlopen onder hun bevoegdheid (provincies Oost-en West-Vlaanderen,
België). Dit vormt een eerste aanzet tot het inschatten van de problematiek van uitheemse
invasieve soorten langsheen deze waterlopen om tot een overwogen aanpak van bestrijding
te komen.
In 2011 werd ca. 1250 kilometer oeverlengte gecontroleerd op de aanwezigheid van
uitheemse invasieve planten gedefinieerd volgens het ISEIA-protocol. Daarbij werden 23
uitheemse invasieve plantensoorten vastgesteld, waarvan er 13 tot de zogenaamde zwarte
lijst behoren (hoogste categorie van biologische impact). De top 5 werd uitgemaakt door
reuzenbalsemien, Japanse duizendknoop, bezemkruiskruid, robinia en reuzenberenklauw.
Uitheemse invasieve planten werden vastgesteld langsheen 74 kilometer oeverlengte (geen
rekening houdend met overlap tussen soorten), waarvan 48 kilometer met planten van de
zwarte lijst. De verspreiding van uitheemse invasieve planten is niet uniform: van de zeven
districten die tot afdeling Bovenschelde behoren zijn er drie waarin beduidend meer
uitheemse invasieve planten voorkomen. Dit zijn de districten Gent, Bovenschelde, en
Dender & Moervaart. Langsheen de IJzer vinden we de minste uitheemse invasieve planten.
We vinden ook grote verschillen in het voorkomen van de plantensoorten; in district Gent
zijn Japanse duizendknoop en reuzenbalsemien sterk vertegenwoordigd, maar in district
Bovenschelde vinden we reuzenberenklauw als meest dominante soort.
Op basis van literatuurgegevens werd vervolgens een tabel opgesteld waarin de mate van
mogelijke hinder voor elk van de vastgestelde soorten wordt opgelijst. Deze tabel kan dienen
als afwegingskader voor de wenselijkheid van bestrijding. Daarnaast wordt ook een
haalbaarheidstabel opgesteld, gebaseerd op enerzijds de lokale talrijkheid van de soorten,
alsook de inspanning nodig voor een succesvolle bestrijding. Deze tabel kan doorlopen
worden, nadat er besloten is dat bestrijding wenselijk is. Op basis van een beslisschema kan
vervolgens een prioritering van bestrijdingsacties opgesteld worden. Tenslotte wordt voor de
aangetroffen uitheemse invasieve planten van de zwarte lijst per soort een overzicht
gegeven van de courante bestrijdingstechnieken. Er wordt daarbij geconcludeerd dat kennis
hieromtrent nog ontoereikend is. Zowel naar effectiviteit als naar kosten-baten van
bestrijding op korte en op lange termijn zijn er nauwelijks onderbouwde data bekend. Het
ligt voor de hand dat dergelijke kennis cruciaal is om een efficiënter bestrijdingsbeleid uit te
werken.
AB - Uitheemse invasieve planten vormen wereldwijd een toenemend probleem. Deze planten
kunnen onder andere nadeel berokkenen aan de lokale biodiversiteit, economie,
volksgezondheid en verkeersveiligheid, waardoor zij in toenemende mate bestreden worden.
Vooraleer er tot bestrijding kan worden overgegaan is er eerst kennis nodig over de
verspreiding van uitheemse invasieve soorten, de wenselijkheid van hun bestrijding en
bestrijdingstechnieken.
In afspraak met Waterwegen en Zeekanaal nv (W&Z) afdeling Bovenschelde voerde INBO
een verkennende screening uit van uitheemse invasieve plantensoorten langsheen de
bevaarbare waterlopen onder hun bevoegdheid (provincies Oost-en West-Vlaanderen,
België). Dit vormt een eerste aanzet tot het inschatten van de problematiek van uitheemse
invasieve soorten langsheen deze waterlopen om tot een overwogen aanpak van bestrijding
te komen.
In 2011 werd ca. 1250 kilometer oeverlengte gecontroleerd op de aanwezigheid van
uitheemse invasieve planten gedefinieerd volgens het ISEIA-protocol. Daarbij werden 23
uitheemse invasieve plantensoorten vastgesteld, waarvan er 13 tot de zogenaamde zwarte
lijst behoren (hoogste categorie van biologische impact). De top 5 werd uitgemaakt door
reuzenbalsemien, Japanse duizendknoop, bezemkruiskruid, robinia en reuzenberenklauw.
Uitheemse invasieve planten werden vastgesteld langsheen 74 kilometer oeverlengte (geen
rekening houdend met overlap tussen soorten), waarvan 48 kilometer met planten van de
zwarte lijst. De verspreiding van uitheemse invasieve planten is niet uniform: van de zeven
districten die tot afdeling Bovenschelde behoren zijn er drie waarin beduidend meer
uitheemse invasieve planten voorkomen. Dit zijn de districten Gent, Bovenschelde, en
Dender & Moervaart. Langsheen de IJzer vinden we de minste uitheemse invasieve planten.
We vinden ook grote verschillen in het voorkomen van de plantensoorten; in district Gent
zijn Japanse duizendknoop en reuzenbalsemien sterk vertegenwoordigd, maar in district
Bovenschelde vinden we reuzenberenklauw als meest dominante soort.
Op basis van literatuurgegevens werd vervolgens een tabel opgesteld waarin de mate van
mogelijke hinder voor elk van de vastgestelde soorten wordt opgelijst. Deze tabel kan dienen
als afwegingskader voor de wenselijkheid van bestrijding. Daarnaast wordt ook een
haalbaarheidstabel opgesteld, gebaseerd op enerzijds de lokale talrijkheid van de soorten,
alsook de inspanning nodig voor een succesvolle bestrijding. Deze tabel kan doorlopen
worden, nadat er besloten is dat bestrijding wenselijk is. Op basis van een beslisschema kan
vervolgens een prioritering van bestrijdingsacties opgesteld worden. Tenslotte wordt voor de
aangetroffen uitheemse invasieve planten van de zwarte lijst per soort een overzicht
gegeven van de courante bestrijdingstechnieken. Er wordt daarbij geconcludeerd dat kennis
hieromtrent nog ontoereikend is. Zowel naar effectiviteit als naar kosten-baten van
bestrijding op korte en op lange termijn zijn er nauwelijks onderbouwde data bekend. Het
ligt voor de hand dat dergelijke kennis cruciaal is om een efficiënter bestrijdingsbeleid uit te
werken.
M3 - Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
T3 - Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
BT - Invasieve uitheemse planten langsheen bevaarbare waterlopen in West- en Oost-Vlaanderen
PB - Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
ER -