Uittreksel
De Vlaamse provincies duidden in hun ruimtelijke structuurplannen natuurverbindingsgebieden en gebieden met ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang aan. Het zijn gebieden die van belang zijn voor de migratie van fauna en flora tussen gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk of gebieden met concentraties aan kleine landschapselementen. De provincies willen hier met stimulerende maatregelen ecologische verbindingszones realiseren.
Om de provincies te ondersteunen bij de afbakeningsprocessen en de uitvoering van de natuurverbindingsgebieden, werd in 2004 een studieopdracht uitgevoerd "afbakening en inrichting van de natuurverbindingsgebieden: opmaak van een methodologische studie –voorbereidende studie ter stimulering, ondersteuning en begeleiding van de provincies in uitvoering van het Decreet Natuurbehoud en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen". Dit rapport is een herwerkte versie hiervan. De begeleidingsgroep, waarin vertegenwoordigers van de provincies samen zaten met gewestelijke ambtenaren, groeide uit tot een interprovinciaal overlegplatform natuurverbindingsgebieden. In deze overlegstructuur rapporteren de provincies over de voortgang van pilootprojecten, over knelpunten en mogelijke oplossingen.
Dit rapport valt uiteen in twee delen. Een eerste gedeelte bespreekt de ecologische achtergronden van het versnipperingsprobleem aan de hand van een uitgebreid literatuuronderzoek (evidence-based review). Hierin komen zin en onzin van corridors aan bod, worden ambitie- en schaalniveaus bepaald en wordt gepoogd vuistregels te distilleren voor functioneel ontwerp van verbindingszones op basis van de best beschikbare ecologische kennis. In een tweede gedeelte wordt concreet ingegaan op een methode voor functioneel ontwerp van natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur en de maatregelen die hiervoor gebruikt kunnen worden.
Dit rapport pleit voor het ontwerp van voldoende robuuste, multifunctionele habitatnetwerken die verschillende landschapsfuncties incorporeren. De voorgestelde methode bundelt de kenmerken van habitatkwaliteit en ruimtelijke samenhang voor een groep van beleidsrelevante gidssoorten in ecoprofielen voor natuurverbindingen. Een ecoprofiel kan gesymboliseerd worden door een vlaggenschipsoort die kenmerkend is voor de groep en waarmee de netwerkboodschap gecommuniceerd kan worden op het terrein. In het kader van deze studie werden bestaande ecoprofielen gebundeld. Deze werkwijze wordt ondertussen door de provincies toegepast bij de opmaak van ecologische verkenningen voor natuurverbindingen.
Oorspronkelijke taal | Nederlands |
---|
Uitgeverij | Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek |
---|---|
Aantal pagina’s | 160 |
Publicatiestatus | Gepubliceerd - 2007 |
Publicatie series
Naam | Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek |
---|---|
Uitgeverij | Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: Brussel |
Nr. | INBO.R.2007.14 |
Thematische lijst
- Buitengebied
- Natuur- en bosgebieden
- Stedelijk gebied
EWI Biomedische wetenschappen
- B003-ecologie
Beleidsmatig
- biodiversiteitsbeleid
- wetgeving
- natuurbeleid
- verbinding
- verweving
- ecologische infrastructuur
- ecologische netwerken
- ruimtelijk beleid
- ruimtelijke ordening
Geografische lijst
- Vlaanderen