Seabirds & offshore wind farms : monitoring results 2008

    Onderzoeksoutput: Boek/rapportRapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

    2226 Downloads (Pure)

    Uittreksel

    Gedurende het afgelopen jaar werden de eerste zes windmolens gebouwd op de Thorntonbank. Bovendien zal binnenkort ook aanvang genomen worden met de bouw van een windmolenpark op de Blighbank. Het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) voert een onderzoek uit naar de effecten van de bouw en exploitatie van deze windparken op zeevogels. In het onderhavige rapport worden de monitoringsresultaten voor 2008 voorgesteld. In navolging van de referentiestudie Vanermen et al. (2006), werd de referentiesituatie op de Thorntonbank beschreven zoals die werd opgemeten in de periode 2005-2007. Ook op basis van de bijkomende gegevens blijken Bijlage 1 soorten Dwergmeeuw, Grote stern en Visdief tijdelijk in verhoogde aantallen voor te komen in het windparkgebied. Vanermen et al. (2006) bleken het voorkomen van Grote jager echter te hebben overschat. Daarnaast werd een ranking opgesteld van soorten volgens hun geschiktheid voor monitoring. Criteria hiervoor zijn een homogene verspreiding over windpark- en controlegebied en een zo min mogelijke associatiegraad met visserij. Alkachtigen blijken het meest geschikt voor monitoring, onmiddellijk gevolgd door de Bijlage 1 soorten Dwergmeeuw, Grote stern & Visdief. Toekomstige monitoring zal zich dan ook in de eerste plaatsoespitsen op deze 5 soorten. Een vergelijking van de monitoringsresultaten voor de referentieperiode (2005-2007) en het eerste constructiejaar 2008 laten nog geen duidelijke effecten zien. Voor het eerst werd ook intensief geteld op de Blighbank, dat nog verder in zee ligt dan de Thorntonbank. Het gebied wordt gekarakteriseerd door een pelagische en vrij soortenarme zeevogelgemeenschap. Drieteenmeeuwen en Zeekoeten komen er echter in hoge dichtheden voor en er zijn ook aanwijzingen van verhoogde aantallen Grote jager en Dwergmeeuw. Als referentiegebied werd een zone geselecteerd die onder meer de rest van de Blighbank en de Oosthinderbank omvat. Tenslotte werd een inschatting gemaakt van het aantal aanvaringsslachtoffers, op basis van fluxgegevens, waargenomen vlieghoogten en modelberekeningen. Uit deze resultaten blijkt dat de meeste slachtoffers zullen vallen onder Jan van genten en grotere meeuwen. Tegelijk vormde deze oefening een inventarisatie van de benodigde en nog ontbrekende parameters. Zo zal het toekomstige radaronderzoek onmisbaar blijken voor het nader bepalen van vogelbewegingen (flux) door het windpark, alsook voor de bepaling van vlieghoogtes en vermijdingsgedrag.
    Oorspronkelijke taalEngels
    UitgeverijInstituut voor Natuur- en Bosonderzoek
    Aantal pagina’s105
    PublicatiestatusGepubliceerd - 2009

    Publicatie series

    NaamRapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
    Nr.INBO.R.2009.8

    Thematische lijst

    • Windenergie
    • Zee- en kustvogels

    Geografische lijst

    • Noordzee (Belgisch deel)

    Vingerafdruk

    Bekijk de onderzoeksthema's van 'Seabirds & offshore wind farms : monitoring results 2008'. Samen vormen ze een unieke vingerafdruk.

    Dit citeren