Vissen in de Zeeschelde 2012-2021: Vertellen ankerkuil en fuiken hetzelfde?

Jan Breine; Erika Van den Bergh

Vissen in de Zeeschelde 2012-2021: Vertellen ankerkuil en fuiken hetzelfde?

Onderzoeksoutput: Bijdrage aan congres › Poster

1077 Downloads (Pure)

Uittreksel

Sinds 2012 worden de visgemeenschappen in de Zeeschelde op twee manieren bemonsterd. Op 4 plaatsen wordt in voorjaar, zomer en najaar telkens gevist met ankerkuil in de waterkolom en met dubbele schietfuik, dichter tegen de bodem nabij de laagwaterlijn. Met een aantal metrieken, die telkens een bepaald ecosysteemkenmerk evalueren gaan we na of beide methoden de functie van de Zeeschelde voor visgemeenschappen op dezelfde wijze beoordeelt.
Bijna alle toegepaste metrieken vertonen significante verschillen, echter niet altijd voor alle locaties. Er zijn verschillen in het aantal soorten en hun relatieve aantallen. Beide methoden leveren wel dezelfde dominante soorten. Het voortplantingssucces van de sleutelsoorten wordt door beide methoden anders beoordeeld. Elke methode levert dus een iets ander beeld en extra informatie.

Oorspronkelijke taal	Nederlands
Aantal pagina’s	1
Publicatiestatus	Gepubliceerd - 17-nov.-2022

Taxonomische lijst

vissen (Pisces)

Beleidsmatig

beleidsevaluatie

Geografische lijst

Schelde

Technologisch

veldwerk (observatie en staalname)

Toegang verkrijgen tot document

Vissen zeeschelde Scheldesymposium 17 november 22!!Final published version, 967 KB

Dit citeren

@conference{6d463b6e947e434f893d2a4d08ce6315,

title = "Vissen in de Zeeschelde 2012-2021: Vertellen ankerkuil en fuiken hetzelfde?",

abstract = "Sinds 2012 worden de visgemeenschappen in de Zeeschelde op twee manieren bemonsterd. Op 4 plaatsen wordt in voorjaar, zomer en najaar telkens gevist met ankerkuil in de waterkolom en met dubbele schietfuik, dichter tegen de bodem nabij de laagwaterlijn. Met een aantal metrieken, die telkens een bepaald ecosysteemkenmerk evalueren gaan we na of beide methoden de functie van de Zeeschelde voor visgemeenschappen op dezelfde wijze beoordeelt. Bijna alle toegepaste metrieken vertonen significante verschillen, echter niet altijd voor alle locaties. Er zijn verschillen in het aantal soorten en hun relatieve aantallen. Beide methoden leveren wel dezelfde dominante soorten. Het voortplantingssucces van de sleutelsoorten wordt door beide methoden anders beoordeeld. Elke methode levert dus een iets ander beeld en extra informatie. ",

author = "Jan Breine and {Van den Bergh}, Erika",

year = "2022",

month = nov,

day = "17",

language = "Nederlands",

}

TY - CONF

T1 - Vissen in de Zeeschelde 2012-2021

T2 - Vertellen ankerkuil en fuiken hetzelfde?

AU - Breine, Jan

AU - Van den Bergh, Erika

PY - 2022/11/17

Y1 - 2022/11/17

N2 - Sinds 2012 worden de visgemeenschappen in de Zeeschelde op twee manieren bemonsterd. Op 4 plaatsen wordt in voorjaar, zomer en najaar telkens gevist met ankerkuil in de waterkolom en met dubbele schietfuik, dichter tegen de bodem nabij de laagwaterlijn. Met een aantal metrieken, die telkens een bepaald ecosysteemkenmerk evalueren gaan we na of beide methoden de functie van de Zeeschelde voor visgemeenschappen op dezelfde wijze beoordeelt. Bijna alle toegepaste metrieken vertonen significante verschillen, echter niet altijd voor alle locaties. Er zijn verschillen in het aantal soorten en hun relatieve aantallen. Beide methoden leveren wel dezelfde dominante soorten. Het voortplantingssucces van de sleutelsoorten wordt door beide methoden anders beoordeeld. Elke methode levert dus een iets ander beeld en extra informatie.

AB - Sinds 2012 worden de visgemeenschappen in de Zeeschelde op twee manieren bemonsterd. Op 4 plaatsen wordt in voorjaar, zomer en najaar telkens gevist met ankerkuil in de waterkolom en met dubbele schietfuik, dichter tegen de bodem nabij de laagwaterlijn. Met een aantal metrieken, die telkens een bepaald ecosysteemkenmerk evalueren gaan we na of beide methoden de functie van de Zeeschelde voor visgemeenschappen op dezelfde wijze beoordeelt. Bijna alle toegepaste metrieken vertonen significante verschillen, echter niet altijd voor alle locaties. Er zijn verschillen in het aantal soorten en hun relatieve aantallen. Beide methoden leveren wel dezelfde dominante soorten. Het voortplantingssucces van de sleutelsoorten wordt door beide methoden anders beoordeeld. Elke methode levert dus een iets ander beeld en extra informatie.

M3 - Poster

ER -